Armadillidium tirolense 'lake Garda'

 

De soort Armadillidium tirolense komt voor in Noord-Italië. En zoals de naam ‘lake Garda’ al doet vermoeden: deze variëteit van A. tirolense wordt gevonden in de omgeving van het Garda meer.  

 

Mijn volwassen dieren zijn rond 15 mm lang. Op één uitzondering na (25 mm) is ‘rond 15 mm’ de lengte die andere kwekers benoemen.

Ze hebben een donkere, bruine tot zwarte lichaamskleur met daarop witte en/of gele vlekken. Deze steken opvallend af op de ondergrond en maakt ze tot een aantrekkelijke isopod. Hun lichaamsbreedte kan ‘flink’ genoemd worden.

Deze soort werd beschreven door Verhoeff in 1934.

De ondersoort Armadillidium tirolense marmorivagum is tegenwoordig een aparte soort, nl. Armadillidium marmorivagum.

Armadillidium benaci (Verhoeff, 1934) is een synoniem van A. tirolense.

De verzorging van deze soort is niet ingewikkeld.  

Een omgevingstemperatuur overdag van 20 tot 26 graden Celsius is goed. Bij mij kweekten ze probleemloos bij nachttemperaturen rond de 18 graden C. Ze zijn behoorlijk tolerant v.w.b. de temperaturen. Logisch wanneer je bedenkt waar de dieren oorspronkelijk vandaan komen. Wanneer deze soort zich gesetteld heeft in het isopodarium, dan laat nakweek niet al te lang op zich wachten.

Een standaard isopods-bodemsubstraat is prima. Zorg dat een “ruim deel” vochtig is (niet nat!) en de rest mag dan droog zijn.

Voeg hier het nodige witrot hout, wat bladmateriaal en een stukje sepia (of een andere calciumbron) aan toe.

Ik voer ze met mijn gebruikelijke voedsel: wekelijks een stukje courgette, zoete aardappel, pompoen of wortel. Daarnaast geef ik ze wekelijks wat van mijn eigen isopod-voer (bevat o.a. allerlei dierlijke en plantaardige proteïnes). Zo nu en dan een stukje fruit, komkommer, paksoi, Chinese kool, etc.

Gewoon van alles uitproberen is het beste wat je kunt doen. Zorg er in ieder geval voor dat hetgeen je geeft veilig is (denk hierbij aan insecticiden e.d.). Altijd alles goed wassen en wanneer je het niet vertrouwt... niet geven!

Ook mossen en kostmossen worden wel gegeten, maar persoonlijk geef ik dit maar zelden aan mijn isopods.