Substraat
Hier zijn er vele wegen die naar Rome leiden…
Als beginnend houder van isopods kun je aardig in de war raken als je, bijvoorbeeld via Google, op zoek gaat naar “het juiste substraat”.
Want wanneer je een diersoort gaat verzorgen die het grootste deel van zijn leven in en op de bodem leeft, dan moet het wel van belang zijn hoe je het substraat samenstelt.
Het gemakkelijkst is om grond mee te nemen uit, bijvoorbeeld, een plek in een bos waar je isopods hebt waargenomen.
Echter… wanneer je “voorwerpen” verzamelt in en meeneemt uit de natuur (lees in dit geval: het Bos), dan ben je strafbaar.
Dit sprokkelen wordt beschouwd als stroperij en is een misdrijf waardoor je dus ook een strafblad krijgt.
In het ergste geval wordt dit bestraft met 1 maand gevangenisstraf of 4000 euro boete.
Loop je met je kinderen in het bos en die nemen een paar blaadjes en eikeltjes mee, dan zullen boswachters e.d. hier niet zoveel moeite mee hebben. Loop je rond met een grote boodschappentas vol met allerlei bos-spullen, dan wordt er hoogst waarschijnlijk ingegrepen. Met alle gevolgen van dien.
Dus in Nederland is het niet verstandig om je substraat voor je isopods mee te nemen uit een bos. Ik weet niet hoe de regels in andere landen zijn.
Daarnaast neem je met echte bosgrond ook allerlei beestjes e.d. mee die je waarschijnlijk niet in je isopodarium wilt hebben. Denk aan duizendpoten en andere “roofdiertjes”, maar ook onwelkome schimmels en wat niet meer.
Dan moet je die grond eerst gaan steriliseren of het andere “ongedierte” voor lief nemen.
Toen ik dit zo gaandeweg tijdens mijn voorbereidingen gelezen had dacht ik: ik maak mijn eigen substraat wel.
Is mijn substraat een goed substraat? Tja… ik denk van wel.
Ik had al snel een twintigtal isopod-soorten/-variëteiten. En na een half jaar bleken de meesten het prima te doen. Sterker nog, het merendeel plantte zich moeiteloos voort.
Dus is het een goed substraat? Het is in ieder geval geen slecht substraat. Mij bevalt het in ieder geval prima.
De samenstelling van mijn substraat is geen geheim. Ik zal hieronder beschrijven hoe ik het maak…
Als basis gebruik ik Cellmax Bio Soil Mix.
Ik koop deze hier.
Deze bestaat uit schorscompost en groencompost, onbehandelde kokos, gecertificeerde houtvezels, gefermenteerde veenplanten, natuurlijke mineralen en een minimaal gehalte veenmosveen.
Ik doe een flinke hoeveelheid hiervan in een afsluitbare bak.
Afsluitbaar, omdat er, waar ik woon, veel varenrouwmugjes (worden ook wel rouwvliegjes genoemd) leven. En voor je er erg in hebt is je huis vergeven van die irritante beestjes. Hierover later een ander artikel. Tussen elke verdere handeling doe ik zo snel mogelijk het deksel er op.
Ik voeg hier aan toe:
- Bladeren (dat kunnen eiken-, kastanje- en/of beukenbladeren zijn – is maar net wat ik voorradig heb)
- Een handvol Calciumcarbonaat 99+%, foodgrade, E170
- Een half bami bakje houtzaagsel (beuk, eik, appel en kers)
- Een half zakje wormenpoep
- Een paar handen vol stukjes (gekocht) zacht, rot hout.
- Een paar handen vol (gekocht) gefermenteerde bladeren.
Dit meng ik goed door elkaar waarna het de bakken in gaat.
Afhankelijk van de grootte van de kunststof bakken die ik gebruik doe ik er een laag van 7 – 10 cm in.
Aan de kant waar de minste ventilatie zit leg ik een laag sphagnum (veenmos) van 3 à 4 cm dik, dat permanent vochtig gehouden wordt, òp het substraat. Dit fungeert als een soort laadstation dat de isopods opzoeken als ze behoefte aan water hebben. Laat dit nooit uitdrogen! Het substraat hieronder wordt ook wat vochtig en wordt ook graag door de isopods bezocht.
Op het substraat worden nog wat droge bladeren gestrooid die kunnen dienen als schuilplaats, klimmogelijkheid en voedsel. Ik laat hierbij een hoek van het substraat onbedekt. Hier leg ik zo nu en dan wat aanvullend voedsel.
Op het substraat leg ik een stuk schors van de kurkeik (of ander schors, maar ik heb gemerkt dat de schors van de kurkeik bij de meeste soorten de voorkeur heeft. Het deel van het substraat onder het kurk houd ik altijd licht vochtig zodat daar een redelijk hoge luchtvochtigheid is. Ook wat kleine, droge takjes o.i.d. worden toegevoegd.
Als laatste worden er een paar stukken/stukjes sepia (dit is het rugschild van een zeekat, Sepia officinalis) op het substraat gelegd en dit bestaat grotendeels uit kalk (het aanbieden van kalk is erg belangrijk bij het houden van isopods).
Op de drie bakken hieronder heb ik andere soorten schors gebruikt omdat ik op dat moment geen kurkeikschors meer had. Op de eerste twee liggen stukken berkenschors (op zijn kop) en de derde is volgens mij schors van beuk.