Wat zijn isopods?

 

Wat zijn isopods?

 

De meest gangbare Nederlandse naam voor isopods is “pissebedden”…

Isopod betekent zoveel als "gelijke (dezelfde) poten".

Vrijwel iedereen kent de pissebed uit zijn eigen tuin of in het bos o.i.d.

Gewoonlijk komen jonge kinderen, ondernemend als ze zijn, als vanzelf in aanraking met pissebedden als ze in de tuin aan het spelen zijn. Veel kinderen vinden het dan ook leuk om ze te vangen en in een potje te doen.

Omdat pissebedden ongevaarlijk zijn (ze bijten en/of steken niet en ze stinken ook niet), laten ouders dit gewoonlijk probleemloos toe. Wat is er mooier dan een peuter die vol verwondering iets nieuws ontdekt.

Maar dat er wereldwijd ruim 10.000 soorten zijn (en er worden nog steeds nieuwe soorten ontdekt) verbaast de meeste mensen.

Grofweg bestaat de helft hiervan uit in het water levende soorten (zowel zoet als zout) en de andere helft uit land bewonende soorten.

In Nederland zijn 37 soorten pissebedden bekend in de natuur (en in tropische kassen).

In een willekeurige tuin kunt u vrijwel zeker meer dan 1 soort vinden.

Zelf vond ik in 2020 vier soorten onder één grote bloempot in de tuin.

Armadillidium maculatum "zebra"

In Nederland zijn 37 soorten isopods bekend in de natuur (en in tropische kassen).

Waar komt de naam “pissebedden” vandaan?

 

Dat is niet met zekerheid te zeggen. Grappig om te vermelden is dat pissebedden zelf niet kunnen pissen.

Er zijn drie verhaaltjes die (enigszins) zouden kunnen kloppen.

  1. Wanneer er veel ruwe pissebedden (Porcellio scaber) bij elkaar aangetroffen worden, dan kan het naar "pis" ruiken. Het teveel aan stikstof wordt als ammoniak via het poreuze schild uitgescheiden.
  2. Lang geleden dachten mensen dat ze het bedplassen van kinderen konden verhelpen door gedroogde, gemalen pissebedden in het kinderbed te strooien. En in de Middeleeuwen at men wel eens gedroogde pissebedden "omdat die heilzaam zouden zijn" wanneer je last van je maag had. En dat zou best wel kunnen gezien dat het exoskelet veel calcium bevat.
  3. Of omdat ze het urineren juist zouden bevorderen.

Kortom, de waarheid zal vast ergens in het midden liggen. En ach, wat maakt het uit? Het zijn gewoon zeer bijzondere beestjes.

Zijn pissebedden insecten?

 

Nee, ze behoren niet tot de insecten.

Ze behoren wel tot de geleedpotigen (insecten – 6 poten; spinachtigen – 8 poten; kreeftachtigen – 10 of meer poten en duizendpoten – poten aan elk segment).

En de pissebedden (vanaf nu zal ik ze isopods gaan noemen) behoren tot de kreeftachtigen.

De eerste isopods leefden uitsluitend in zout water en later vestigden ze zich ook in zoet water.

Een deel van deze soorten gingen gaandeweg op het land leven. Ze ontwikkelden echter geen longen, maar behielden hun kieuwen.

En om op het land te kunnen ademen hebben ze water nodig.

Dit is de reden waarom ze op vochtige plaatsen leven, zoals onder rotsen en (rottende-) boomstammen en waarom ze vnl. actief in de avond en nacht zijn.

Sommige soorten kunnen zich oprollen tot een balletje (oprolpissebed) waardoor ze o.a. vocht vasthouden.

Armadillidium nasatum "Peach"

Porcellio laevis "Milkback"

De onderkant van het lichaam is bijzonder kwetsbaar voor uitdroging. Sommige soorten kunnen hun staartachtige aanhangsels (uropoden) in dauwdruppels o.i.d. duwen en water naar de kieuwen onder hun lichaam leiden.

Isopods urineren niet, maar laten de ammoniak verdampen via hun uitwendig skelet.

Deze vochtbehoefte is ook een van de redenen dat je ze gewoonlijk in groepen bij elkaar vindt. Allemaal dicht tegen elkaar aan, onder een stuk schors of steen, geeft minder verdamping. Deze groepen hoeven niet noodzakelijkerwijs uit dezelfde soorten bestaan. Ik vond onder schors van een dode boom diverse keren twee tot vier soorten bij elkaar.

Ook ontwikkelden de land bewonende, vrouwelijke isopods een vocht bevattende broedbuidel. Deze broedbuidel wordt gevormd na de paring. Hierin leggen ze hun eieren. Na een aantal dagen (kan per soort verschillen) komen de eitjes uit.

Eerst zijn het een soort larfjes (nimfen). Nadat ze in de broedbuidel verveld zijn worden ze pas “echt” geboren.

In dit stadium noem je zo’n jonge isopod een manca (meervoud: mancae). Ze missen in dit post-larvale stadium echter het laatste borstsegment en het achterste paar looppoten.

Na de volgende vervelling hebben ze de ontbrekende looppoten en het zevende borstsegment wel. Nu lijken ze op een kleine versie van de ouders.

De jongen leven nog meer verborgen dan de ouders; meestal tref je ze aan op een vochtige plek (ze zijn erg gevoelig voor uitdroging), liefst onder de grond, waardoor ze ook veiliger zijn.

Waar komen isopods voor?

 

Isopods komen overal op de wereld voor, met uitzondering van de arctische en subarctische gebieden. De eerste isopods die het land gingen bewonen leefden in Europa. Dit speelde zich minstens driehonderdmiljoen jaar geleden af, in het Carboon. Inmiddels komen ze wereldwijd overal voor waar zich geschikte biotopen bevinden.

Hoe groot zijn isopods?

 

De kleinste isopods behoren tot de Microcerberidae en hebben een lengte van slechts enkele millimeters (zijn soms zelfs kleiner). Deze familie kent heel veel soorten die allemaal sterk op elkaar lijken. Ze leven in het zand van ondiepe zout- en zoetwater biotopen.

De gemiddelde lengte van op het land levende isopods is om en nabij 1 cm. Er zijn echter ook wel soorten die 2 tot 3,5 cm lang worden. En uiteraard zijn er ook een heleboel die 1 centimeter niet halen.

 

De grootste isopods leven op de bodem van oceanen. Hun lengte ligt meestal tussen 20 en 35 cm, maar het grootste exemplaar dat ooit gevangen is was zo’n 75 cm lang. Deze carnivoren voedden zich met garnalen, vissen, krabben, sponzen, inktvissen, etc. Het zijn echter ook wel aaseters.

Ze kunnen ook lang zònder eten. Er is een exemplaar bekend dat in een aquarium vier jaar helemaal niks at.

Deze reuzen-isopods worden in sommige Aziatische landen als lekkernij gezien en dus gegeten.

 

Dichter bij een reuzen-isopods kom je niet snel. 

Wat zijn de lichaamskenmerken van isopods?

 

Ik beperk dit tot de op het land levende isopods omdat deze het meest zichtbaar zijn voor de mens. Zout- en zoetwater isopods kom je gewoonlijk niet zo snel tegen.

Eerder benoemde ik al dat isopods tot de klasse van de geleedpotigen horen.

  • Het lichaam bestaat uit twee delen, namelijk een kopborst stuk en een achterlijf.
  • Dit achterlijf bestaat vervolgens weer uit een aantal segmenten (delen).
  • Ze zijn tweezijdig symmetrisch en hebben een ovale, platte vorm met een bolle bovenkant en een holle onderkant.
  • Ze hebben een uitwendig skelet dat bestaat uit chitine (en vaak ook calciumcarbonaat ter versteviging).
  • Ze hebben zeven poot-dragende segmenten en ook zeven paar poten.
  • Achter deze zeven poot-dragende segmenten bevinden zich nog 6 segmenten
  • Ze hebben twee relatief grote antennen die uit zes delen bestaan (voelsprieten).
    Niet of nauwelijks zichtbaar zijn een tweede paar antennen die uit drie geledingen bestaan.
  • Poten en antennen kunnen regenereren als ze er een kwijtraken. Na een paar vervellingen zijn ze weer als nieuw.
  • Isopods vervellen regelmatig. Dit doen ze in twee delen. Eerst de voorste helft en daarna de achterste helft. Of andersom. Vlak na de vervelling is hun pantser nog wat zacht. Door in twee delen te vervellen is er altijd een deel hard. Het zachte deel is kwetsbaar en zorgt ook voor meer vochtverlies. In twee delen vervellen levert dus minder risico op.
  • De samengestelde ogen bestaan uit een groepje oogbolletjes aan beide kanten van de kop. Hiermee kunnen ze voornamelijk het verschil tussen licht en donker waarnemen. Dit is meer dan voldoende omdat ze vooral in het donker actief zijn.
    Er zijn ook soorten waarvan de ogen zijn verdwenen. Deze leven meestal in volledige duisternis, bijvoorbeeld in grotten of mierennesten.
  • Er zijn diverse types isopods. Zo heb je soorten die zich tot een balletje (al dan niet perfect gesloten) kunnen oprollen, soorten die er langzaam vandoor gaan wanneer ze zich bedreigd voelen, maar ook soorten die dat razendsnel doen. En dan heb ook nog soorten die vertrouwen op hun schutkleuren en zich vasthouden aan de ondergrond. 
  • Isopods zijn geen plaagdieren! Ze richten geen schade aan in huizen. Als ze al in huizen leven, dan is het in een vochtige kelder. Komt er een in een ander deel van een huis, dan zullen ze al snel sterven door het tekort aan vochtige plekken.
    Natuurlijk zijn er mensen die walgen van alles wat klein is en kruipt. Maar isopods hebben iets aandoenlijks in de ogen van veel mensen. Meestal komt afschuw door een gebrek aan kennis. Wanneer je vertelt dat pissebedden in de tuin nuttige opruimers zijn en de planten ten goede komen, dan storen ze zich er soms niet meer aan. Maar ach, de meeste mensen hebben niet eens door dat er pissebedden in hun tuin leven.

Wat eten isopods?

 

Isopods zijn detrivoor (leven van dood organisch materiaal) en vormen een belangrijk onderdeel van de meeste ecosystemen waarvan ze deel uitmaken.
Isopods zijn absoluut niet kieskeurig. Sommige soorten zijn herbivoor, aaseters of omnivoor.

Veel soorten eten zowel dood, rottend plantaardig materiaal als ook dierlijk materiaal.

Onder vrijwel elke omgezaagde/omgevallen boom die al aan het vergaan is vind je normaal gesproken grote hoeveelheden isopods. En onder een dek van afgevallen bladeren vind je ook al snel aardig wat isopods in het bos. Dit zijn namelijk schuilplaatsen en voedsel tegelijk. 
Verder zullen zo ook allerlei andere zaken eten die in het bos liggen te vergaan.

De meeste pissebedden zijn "afvaleters", maar er zijn er ook die parasitair zijn.
En dan heb je nog de reuzenpissebed... Naast aaseters zijn het soms ook actieve jagers die zelfs een haai niet uit de weg gaan.

Cubaris spec. "platinum"

Porcellio incanus

De beste bossen om isopods te vinden zijn loofbossen. Rottende loofbomen en de bladeren ervan zijn populair voedsel voor isopods.

In naaldbossen worden ook wel isopods aangetroffen, maar ik weet niet of ze daadwerkelijk ook naaldboomhout eten. Wellicht wel wanneer het flink aan het rotten is.
Maar in naaldbossen groeien ook andere planten en dieren die op een gegeven moment dood gaan en ook zullen composteren.
Isopods zullen zeer zeker ook rottende kadavers aanvreten. En overgebleven botten zullen ook populair zijn. Isopods hebben veel kalk nodig.
Ze eten ook kalksteen en dode insecten om aan hun kalkbehoefte te voldoen. Maar ook dode soortgenoten laten ze niet ongemoeid. 
Tevens worden o.a. ook schimmels, paddenstoelen, korstmossen en levende planten (mits ze zacht genoeg zijn).

En wanneer je isopods in een isopodarium als huisdier houdt, dan zal je merken dat ze ook allerlei voedsel eten dat ze in het wild niet (zo snel) tegen komen.
Maar meer hierover op de pagina: Voedsel