Porcellio silvestri

 

  • P. silvestri komt voor in het gebied ten noordwesten van Madrid, Spanje (volgens het kaartje op de website van Insektenliebe.
    Op de website van FrogDaddy  wordt de provincie Tarragona als leefgebied genoemd. Deze provincie ligt naast (onder) de provincie Barcelona. Aan de noordoostkust dus. En dit kwam ik vaker tegen.
    Deze twee gebieden liggen behoorlijk ver uit elkaar.
    Op de website van SupremeGecko  staat dat deze soort voorkomt in oostelijk Spanje en dat ze daar leven in dennenbossen.
    Op deze pagina staan wat vindplaatsen die genoemd zijn op iNaturalist.org. Deze liggen allemaal in noordoostelijk Spanje.
  • De maximale lichaamslengte kan zo’n 25 mm zijn, maar gemiddeld zijn ze zo rond de 20 mm.
  • De voorkeurstemperatuur voor deze soort is ook niet zo duidelijk op internet.
    Op de website van Insektenliebe wordt als voorkeurstemperatuur 18-22 graden genoemd.
    Op de website van FrogDaddy wordt gezegd dat ze de voorkeur geven aan “hoge temperaturen”.
    Op diverse andere sites staat vooral 18 – 25 graden Celsius.
    Uit eigen ervaring weet ik dat ze zonder problemen hogere temperaturen verdragen.
    In juni 2021 liep de temperatuur overdag op tot zo’n 29-30 graden Celsius en ging in de nacht vaak niet lager dan 25-26 graden. In die periode van ca. 2 weken heb ik geen dode dieren gevonden in hun bak. Tijdens dezelfde zomer is het op de zolder al snel, wanneer het zonnig is, rond de 25-26 graden overdag. Er draaien 4 kleine ventilatoren (van 15 watt) rondom de bakken-opstelling. Hierdoor wordt het natuurlijk niet koeler, maar het voorkomt wel dat de warmte zich ophoopt in de bakken. In de nacht gaan de ventilatoren uit via een tijdklok.

Deze mooie soort is relatief schuw. Ook zijn ze supersnel. Je ziet ze weinig overdag; je moet vaak echt hun stuk schors zo nu en dan eens oppakken en omdraaien om te kijken hoe het met ze gaat. Al moet ik zeggen dat er bij mij altijd wel vijf tot tien boven op het kurk liggen. Het is natuurlijk logisch dat je meer dieren te zien krijgt wanneer er een stuk of honderd dieren in de bak zitten dan wanneer dat er een stuk of twaalf zijn.

Ik houd mijn dieren in een bak met een bodemoppervlakte van 30 x 40 cm. Het bodemsubstraat dat ik gebruik is het substraat dat ik zelf samenstel. Het bodemsubstraat is 6 à 8 cm dik.

Aan één korte kant ligt een strook, altijd vochtig sphagnum van ca. 10 à 12 cm.
Dit zorgt er ook voor dat het middelste deel licht vochtig is/blijft. Hier liggen twee stukken kurkeikschors waaronder ze zich ophouden (ik zie ze overigens ook veel door het sphagnum kruipen). Een overgroot deel van de dieren hangt meestal ondersteboven aan het stuk schors dat voor een deel op het vochtige sphagnum ligt. Het stuk schors wat aan de droge kant ligt wordt slechts door een stuk of vijf à vijftien gebruikt. Het overige deel van de bodem is kurkdroog met hierop een laag bladeren. Onder en tussen deze bladeren zie ik veel jonge dieren.

Ik besproei de bladeren (een heel klein beetje) 1 à 2 keer per week.

De bak wordt goed geventileerd via 3 gaten van 55 mm doorsnee in combinatie met de hierboven genoemde ventilatoren. Zie verder de hieronder staande foto.

 

Naast grijs, de drie meest voorkomende kleuren bij mij...

Het geslacht van deze dieren is schijnbaar gemakkelijk te zien. Echter zoals dat altijd gaat… niets is gemakkelijk.

Op de website van Insektenliebe staat dat de mannen grijs zijn en de vrouwen oranje.

Op de website van FrogDaddy staat vermeld dat de mannen oranje zijn en de vrouwen grijs.

Op diverse sites waar ze te koop aangeboden worden, worden ze verkocht als P. silvestri “high red”. Dat “high red” is, wanneer ik de erbij geplaatste foto’s bekijk, gewoon oranje. Maar, ze verkopen ze als beide geslachten, die oranje exemplaren. Kan een vorm van oplichting of onwetendheid zijn, maar kan ook zo zijn dat de oranje dieren bij beide geslachten voor komen.

En zo zijn er meer tegenstrijdige beweringen te vinden.

Ik heb begin augustus 2021 een paar foto’s gemaakt van volwassen exemplaren (helaas heb ik bijna geen volwassen silvestri ’s meer dus van een goede vergelijking is geen sprake.

Wanneer de jongen volwassen zijn zal ik opnieuw kijken of ik duidelijkheid kan bespeuren.

 

Ik heb een paar isopods-houders, die een filmpje op Youtube hebben geplaatst over P. silvestri, gevraagd wat hun ervaring was…

De vraag die ik hen, in het Engels, stelde was:

 

“Ik heb een vraag voor je. Wat is jouw ervaring met deze soort? Zijn de grijze exemplaren mannen en de oranje vrouwen of andersom? Of zijn er grijze mannetjes en vrouwtjes en oranje mannetjes en vrouwtjes? Ik kijk uit naar uw antwoord.”

 

Antwoord van Walzen Skink was:

Never paid attention - I think it depends on the population/origin. My animals are all more or less reddish brown, regardless of whether they are male or female. The juveniles are paler. But I've also seen photos of gray and red-brown animals from a different population.

(Nooit op gelet - ik denk dat het afhangt van de populatie/oorsprong. Mijn dieren zijn allemaal min of meer roodbruin, of ze nu mannelijk of vrouwelijk zijn. De jonkies zijn bleker. Maar ik heb ook foto's gezien van grijze en roodbruine dieren uit een andere populatie.)

Zijn Youtube filmpje…

Antwoord van Terrario was:

Usually the males are more orange and the females grey, but sometimes, it could be the opposite.

(Meestal zijn de mannetjes meer oranje en de vrouwtjes grijs, maar soms kan het tegenovergestelde het geval zijn.)

Zijn Youtube filmpje…

Op de website van SupremeGecko staat dat de mannen grijs en de vrouwen prachtig oranje zijn.

Het voedselmenu van deze soort wijkt niet af van dat van mijn andere isopods.

Ze hebben in hun bak uiteraard een bladerenmengsel (vnl. eik, kastanje, beuk, druif, hazelaar en esdoorn) waar gretig van gegeten wordt. Ook ontbreekt een stuk rot, wit hout niet bovengronds. En in het substraat is dit hout ook ruim aanwezig.

En iets wat nooit vergeten mag worden is natuurlijk een calciumbron. Ik gebruik bovengronds stukken sepia en ook zit er in het substraat standaard een hoeveelheid Calciumcarbonaat 99+%.

Gemiddeld drie keer in de veertien dagen worden de bakken gecontroleerd (en het sphagnum vochtig gemaakt en een heel klein beetje gesproeid op de bladeren) en waar nodig worden de bladeren aangevuld. Ook krijgen ze dan iets aanvullends om te eten. Ik geef van alles en probeer van alles. Dit is vnl. courgette en zoete aardappel en dierlijke proteïnes in de vorm van visvoervlokken o.i.d.

P. silvestri staat niet bekend als een soort die zich gemakkelijk voortplant in gevangenschap. Half oktober 2020 heb twee groepjes van 12 (halfwas en volwassen) dieren aangeschaft van twee verschillende kwekers.

Ik heb de dieren zoveel mogelijk met rust gelaten. Ik zag af en toe een paar van de dieren, het voedsel werd gegeten, etc. Wel kreeg ik in februari 2021 het idee dat er minder dieren aanwezig waren. Eind maart 2021 heb ik de bak leeggehaald (i.v.m. de varenrouwmugjes-plaag) en bleek ik nog 11 volwassen dieren te hebben (aan de lengte van de uropods te zien, waren er dieren van beide geslachten). In mei 2021 begon ik de eerste jongen te zien. Inmiddels schat ik dat er minstens honderd jonkies en halfwas exemplaren in de bak leven.

Deze doen het goed. Het heeft dus even geduurd voordat ze zich gingen voortplanten. Of dat kwam doordat ze in een ander bak zijn gezet, durf ik niet te beweren, maar ik vermoed dat dit er wel mee te maken heeft gehad. Hun nieuwe bak is meer “gesloten” dan hun oude bak en waardoor de luchtvochtigheid iets hoger lag.

Kortom… er is nog veel niet ècht duidelijk of zeker over deze soort. De tijd zal het leren.

Dit is echter geen enkele reden om deze soort niet te houden. Hun variëteit in kleuren vind ik persoonlijk erg mooi en tja, ik heb het geluk dat ze het bij mij gewoon goed doen.

Ik ben echter geneigd deze soort niet te kwalificeren als een echte beginnerssoort.