Armadillidium vulgare "albino  T-plus"

 

Het gaat hier waarschijnlijk om A. vulgare, maar dat is (nog) niet bevestigd.

Deze isopods worden maximaal 15 à 17 mm lang.

De voorkeurstemperatuur ligt tussen 22 en 27 graden Celsius.

Voor wat betreft het substraat is het standaard substraat zoals beschreven op de “substraat-pagina” prima bruikbaar.

Ook de bij veel isopods gebruikelijke vochtigheidsgradiënt is bij deze dieren prima.
Dus ca. 1/3 van het substraat enigszins vochtig houden en de rest mag droog zijn.

Eigenlijk kun je wel stellen dat de verzorging voor deze dieren niet afwijkt van die van Armadillidium vulgare.

Deze albino’s zijn zgn. T+ albino’s.

Wat betekent T+ albino?

De T staat voor Tyrosine, een enzym dat er voor zorgt dat er melanine wordt aangemaakt in het lichaam.

Bij T+ albino's maakt het lichaam WEL Tyrosine aan, maar wordt de "toegang" die nodig is om melanine aan te maken geblokkeerd. Het is dan mogelijk dat er toch wel wat melanine "gebruikt" wordt waardoor er pigment aanwezig kan zijn.

Bij T- albino is het enzym Tyrosine NIET aanwezig waardoor er GEEN melanine wordt aangemaakt en er GEEN donker pigment aanwezig is.

Voor meer gedetailleerde informatie over albinisme verwijs ik naar google. Ben zelf niet echt thuis in deze materie.

Bij de geboorte zijn deze isopods wit en wanneer ze een maand of zes oud zijn beginnen ze zich voort te planten. Naarmate deze albino’s met rode ogen ouder worden, verandert de witte kleur in gelig.

Ik houd sinds mijn veertiende slangen (da’s inmiddels al ruim 50 jaar) en ben nooit erg gecharmeerd geweest van albino slangen. Deze “bleekneuzige” isopods vind ik echter wel mooi. Waarschijnlijk omdat ze een soort “schattigheids-factor” hebben.

 

Deze soort is prima geschikt voor de beginnende isopod-houder.

Deze dieren zijn tegenwoordig, samen met andere A. vulgare variëteiten, in een "mix-bak" ondergebracht.