Armadillidium klugii 'black'

 

Armadillidium klugii

De soort Armadillidium klugii kent geen ondersoorten maar wel een aantal variëteiten.

Deze hebben allemaal een ‘afwijkende’ kleur en/of tekening. En in het algemeen zijn ze afkomstig van een andere streek binnen hun leefgebied (de kuststreken van voormalig Joegoslavië en in Albanië') (Stuttgarter Beiträge zur Naturkunde, Serie A (Biologie), Stuttgart, 25-11-2003, Helmut Schmalfuss).


Wanneer je vindt dat  deze informatie over het verspreidingsgebied niet (meer) klopt, laat het me dan a.u.b. weten. Zodat ik het kan aanpassen.

De mij bekende variëteiten:

- Armadillidium klugii ‘Montenegro’ uit Montenegro (Montenegro is een land op de Balkan. Het ligt aan de Adriatische Zee tegenover Italië en grenst, vanaf de zee met de klok mee, aan Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Kosovo en Albanië).

 

- Armadillidium klugii ‘Split’ uit de omgeving van Split, Kroatië. (Split is de grootste en belangrijkste stad in Dalmatië – een regio van Kroatië).

 

- Armadillidium klugii ‘Slano’ uit de omgeving van Slano (Slano is een kustplaats in de Kroatische provincie Dubrovnik-Neretva).

 

- Armadillidium klugii ‘Dubrovnik’ en A. klugii ‘Dubrovnik Red’ uit de omgeving Dubrovnik (Dubrovnik is een havenstad in Dalmatië, een regio in Kroatië, aan de Adriatische Zee. De stad is de hoofdstad van de provincie Dubrovnik-Neretva).

 

- Armadillidium klugii ‘black’ – hiervan is de locatie mij niet bekend. Degene waarvan ik ze heb gekocht wist alleen dat een Poolse vriend van hem ergens had verzameld. 

 

- Armadillidium klugii ‘pudding’ – Dit is een mutatie van klugii geïsoleerd uit de regio "Montenegro".  Ze zijn bruin met witte of gele vlekken en hebben geen oranje of rood.

 

Op de "pudding-variëteit na, heb ik  en kweek ik met al de bovenstaande variëteiten. 

 

Ik zal me hier onder beperken tot de variëteit Armadillidium klugii 'black'

De basiskleur van Armadillidium klugii 'black' is volledig zwart. Mijn dieren hebben allemaal drie rijen vlekken. De vlekken op de twee buitenste rijen zijn wit en de middelste rij heeft alleen maar gele vlekken. De foto's spreken voor zich.
Ik heb ze nog niet zo lang maar ik merk tot nu toe geen verschil in de verzorging dan bij de andere variëteiten van A. klugii.
De persoon waarvan ik ze gekocht heb vertelde dat, wanneer ze volwassen zijn, ze erg productief zijn op het gebied van de voortplanting.
In mijn groep zitten ook een paar exemplaren die volledig donkerpaars/bruin zijn. De rijen met vlekken zijn hetzelfde als bij de zwarte dieren.

Ik zal beginnen met het volgende: deze isopods zijn ruimhartig v.w.b. hun verblijf.
Een ‘standaard isopod-inrichting’ is prima.

Een substraat-laag van minstens 6-10 cm.

Een ruime plek met permanent vochtig sphagnum in een hoek; het aan het sphagnum grenzende substraat is hierdoor licht-vochtig (hier leg ik meestal een stuk kurkeikschors op – veel isopods vinden dat een ideale plek om een groot deel van de dag te zijn).

De rest van het substraat droog (wel zo nu en dan wat sproeien), een laag bladeren en ik zorg altijd voor een ‘droog, open plekje’ waar geen bladeren liggen. Hier kun je  voedsel leggen zonder dat het schimmelen.

Uiteraard zorgen voor ventilatie (ik geef persoonlijk de voorkeur aan horizontale ventilatie, eventueel aangevuld met verticale ventilatie).

Schuilplaatsen mogen natuurlijk niet ontbreken. Ik gebruik zelf kurkeikschors (soms gecombineerd met ander schors).

En vanzelfsprekend mag calcium niet ontbreken in de bak. Ik gebruik zelf vnl. sepia en dat voldoet prima.

  • Wordt tussen de 15 en 21 mm lang.
  • De omgevingstemperatuur ligt bij voorkeur tussen 20 en 27 graden Celsius. Maar hierin zijn ze ook tolerant. Enkele graden meer of minder kunnen ze prima verdragen.

Plant zich gewoonlijk tamelijk gemakkelijk voort. Ontwikkeling van geboorte tot volwassen duurt al gauw een maand of zeven, acht.

Ik voer deze dieren met hetzelfde dat ik geef aan vrijwel al mijn isopods.
Wekelijks courgette (zo nu en dan afgewisseld met zoete aardappel of pompoen), visvlokken en mijn zelf samengestelde isopod-voer. Daarnaast eten ze natuurlijk ook van de bladeren en witrot hout.

Uiteraard kun je van alles proberen (mits goed gewassen e.d.).

Ook krijgen ze het, door mijzelf samengestelde, droogvoer voor isopods. Dit wordt graag gegeten.

Ik beschouw deze soort als een goede beginnerssoort. Ze planten zich het hele jaar door voort (ook bij temperaturen onder de 18 graden Celsius.

 

Interessant artikel over de herindeling van Armadillidium klugii uit 2013